Het duivelse karakter van de nazi’s kwam nergens meer naar voren dan in de behandeling van sommige bevolkingsgroepen als minderwaardige mensen: vooral Joden, Roma en Sinti, Jehova’s getuigen, homoseksuele mannen en gehandicapten. Veel dorpen en steden in Overijssel kenden een Joodse gemeenschap. Het overgrote deel van deze medebewoners heeft de oorlog niet overleefd. Gelukkig sommigen wel. Eén van hen was de kleine Joodse Ben Noach, hij zat op de zolder van een huis op de Sweelinckstraat 11 in Deventer. Samen met zijn vader, zijn moeder, zijn zusje Roberta en zo’n tien andere Joodse onderduikers. Een benauwde schuilplek op maar vijftig meter afstand van het eigen huis van de Noachs’s aan de Reinckenstraat.
